De kinderfysiotherapeut behandelt kinderen tot 16 jaar. Het gaat om kinderen die een achterstand hebben in hun bewegingsontwikkeling of moeite hebben met bepaalde vaardigheden. Het kan zijn dat deze kinderen niet lekker meekomen op lichamelijk gebied, maar het kan ook te maken hebben met achterstanden op het sociaal-emotionele vlak. Als een kind niet zo handig is, wordt het bij sport en spel nogal eens buitengesloten. De kinderfysiotherapeut helpt kinderen, samen met hun ouders en leerkrachten, om beter te gaan bewegen. Het doel is om de kinderen weer te laten meespelen met klasgenootjes en op den duur beter te presteren tijdens de gymles. Een behandeling is vooral gericht op het beter leren bewegen. Met bewegingstherapie leren kinderen hun motorische vaardigheden te verbeteren. De ontwikkeling ervan wordt gestimuleerd. Natuurlijk zal deze therapie het kind respecteren en aansluiten bij zijn belevingswereld en verwachtingen. De fysiotherapeut maakt hierbij gebruik van kindvriendelijke materialen.
Om ouders in staat te stellen hun kind te steunen in de ontwikkeling van nieuwe lichamelijke vaardigheden, informeert en adviseert de kinderfysiotherapie hen voortdurend. Hij geeft bijvoorbeeld adviezen over een goede lichaamshouding of over hoe ze het beste kunnen spelen met hun kind. Tijdens de behandeling houdt de fysiotherapeut steeds rekening met de beperkingen van het kind. Desondanks betekent het dat een kind veel en vaak moet oefenen om bepaalde lichamelijke vaardigheden aan te leren. Ouders spelen daarbij een grote rol. Zij kunnen hun kind hierbij helpen en aanmoedigen. Ook leerkrachten worden soms betrokken bij een behandelplan. Bewegingsproblemen bij kinderen kunnen verschillende oorzaken hebben. De kinderfysiotherapeut overlegt regelmatig met de huisarts en/of de kinderarts. Ook andere behandelaars, zoals een logopedist, kinderpsycholoog of pedagoog worden veelvuldig geraadpleegd tijdens een behandeling.